Zonder communicatie krijgt de gemeenteraad geen positie

Zonder communicatie krijgt de gemeenteraad geen positie

11 juli 2018 0 By dsckok

Als communicatieadviseur voor de gemeenteraad van Almere geef ik regelmatig presentaties in het land om te laten zien wat wij doen aan raadscommunicatie. “Wat vindt het college eigenlijk van jouw activiteiten?” krijg ik dan vaak te horen van mensen die bekend zijn met het dualisme in de gemeente. En ook: “Inwoners zien jullie toch gewoon als één gemeente?” In dit artikel geef ik antwoord op deze vragen en presenteer ik de resultaten van nieuw onderzoek naar de stand van zaken van raadscommunicatie. Ik verklap je alvast dat ik daar niet vrolijk van word. Maar vooral wil ik een pleidooi houden om meer aandacht te geven aan raadscommunicatie. Daarmee kunnen we de gemeenteraden van het land eindelijk meer in de positie zetten waar ze horen in de samenleving: als maatschappelijk supervisor en democratisch platform van de gemeente. Want het dualisme is in 2002 toch niet voor niets ingevoerd?

De eerste vraag ‘Wat vindt het college van je activiteiten?’  interesseert me eerlijk gezegd weinig. Ik werk immers voor de gemeenteraad. Voor wie niet helemaal bekend is met het dualisme: sinds 2002 zijn de rollen, taken en posities van de raden en het college –bij wet– gescheiden. En de raad en het college beschikken elk in principe over een eigen ambtelijke organisatie ter ondersteuning. In principe, want in de praktijk komt de raad er nog al eens bekaaid van af.

Overigens vind ik wél iets van communicatie door het college. Dat gebruikt vaak een batterij aan woordvoerders om de pers te laten zien wat de burgemeester en de wethouders allemaal wel niet doen voor de stad. Niet zelden wordt daarbij gemeld dat er iets is besloten, zónder dat de gemeenteraad zich er ook maar een seconde over heeft gebogen. De raad op zijn beurt –het belangrijkste besluitvormingsorgaan van de gemeente– moet het doen met de media aandacht die in de meeste gevallen door één iemand in een paar uurtjes per week moet worden gegenereerd. Dat is wel een beetje scheef, vind je ook niet?

De raad als maatschappelijk supervisor en democratisch platform

Als mensen aan mij vragen‘Inwoners zien jullie toch als één gemeente?’  antwoord ik altijd dat wij inwoners nooit goed hebben uitgelegd hoe het dualisme werkt. Daarom kennen veel mensen het verschil niet tussen de politieke wereld –met de gemeenteraad– en de ambtelijke wereld –met het college. Volgens mij is dit een van de vele dingen die vanaf de start van het dualisme al is mis gegaan. Laat ik het verschil tussen de gemeentelijke organisatie en de gemeenteraad illustreren met een concreet voorbeeld dicht bij huis.

Op één avond krijgt de gemeenteraad van Almere vier petities aangeboden over hele diverse onderwerpen. Zo passeren achtereenvolgens het onderhoud van het groen, een school die teveel leerlingen heeft, een deel van een bestemmingsplan en tenslotte een grasveldje midden tussen een blok huizen. Uiteenlopende onderwerpen, maar in feite gaan ze allemaal over hetzelfde: de directe leefwereld van een groep inwoners van Almere. Een leefwereld waar de gemeente iets mee van plan is, maar waarmee de inwoners iets anders willen. De gemeente luistert niet, of onvoldoende, of houdt gewoon vast aan haar –soms logische– standpunt. Vervolgens is de gemeenteraad aan zet, met in Almere vijfenveertig vertegenwoordigers van de stad. De raadsleden moeten vervolgens –in het belang van de stad– een democratisch gewogen besluit nemen over het verschil tussen het plan van de gemeente en de wensen van de inwoners.

In veel gemeenten is in de afgelopen jaren de gemeenteraad een besluitvormingsmachine van het college geworden. Dat heeft alles te maken met de gekozen positie van controleur van en debatplaats voor het college. In Almere willen we dat nu omdraaien. De raad is immers het besluitvormingsplatform van de gemeente. De plek waar –nog steeds in het belang van de stad– meningen en feiten worden gewogen. Op die manier pakt de raad pakt veel meer de rol van maatschappelijk supervisor en democratisch platform.

Zijn inwoners wel geïnteresseerd in lokale politiek?

Tot zover het dualisme. Een ander discussiepunt is of inwoners überhaupt wel geïnteresseerd zijn in lokale politiek en het reilen en zeilen in de gemeenteraad en het college. Politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit Amsterdam, tevens wetenschappelijk directeur van Kieskompas, schreef hierover in een column onder meer het volgende:

“Het is vrij shockerend hoe onbekend lokale politici zijn en hoe weinig inwoners weten van de coalitie die hun stad of dorp regeert. Hoewel driekwart van de inwoners de naam van de burgemeester kent, kan minder dan de helft een wethouder of raadslid bij naam noemen. Wel zeggen veel burgers de gemeentepolitiek te volgen via de lokale krant of nieuwswebsite. Maar liefst 85 procent van de kiezers pikt af en toe iets op over wat zich afspeelt in de gemeente.”

Uit ons tweejaarlijks onderzoek in Almere uit 2016 bleek dat 63% van de inwoners in enige mate interesse heeft in de lokale politiek. Ze gaan echter niet te rade bij de politieke partijen, maar volgen andere media. In 2016 gaf 62% van de respondenten aan dat zij informatie over de gemeenteraad vooral zoeken via de website van de gemeente, 60% bekijkt ook de site van de gemeenteraad. Lokale media staan op de derde plaats. En hoewel de percentages nog laag zijn, waren er meer mensen betrokken via de Facebookpagina van de gemeenteraad, dan via de website van een politieke partij.

Interesse in raadsinformatie (onderzoek gemeente Almere 2016)

Objectieve betrouwbare raadscommunicatie is bij uitstek belangrijk om inwoners goed te informeren over de lokale politiek. De berichten van de raadsleden zélf zijn immers altijd politiek geladen.

Het blijft akelig stil vanuit de raadsgriffies

Om te peilen hoe het landelijk staat met de raadscommunicatie heb ik in april 2018 voor de vierde keer een onderzoek uitgezet onder alle raadsgriffies in Nederland. Waar in eerdere onderzoeken –de laatste in 2015– de nadruk lag op het gebruik van sociale media, heb ik nu gekeken naar communicatie in het algemeen. De uitvraag kreeg een respons van 44 procent, zodat ik de gegevens van 167 gemeenten met jullie kan delen. Om wille van de leesbaarheid vind je een gedetailleerder overzicht aan het einde van dit artikel. De belangrijkste conclusie kan ik hier met je delen. En die stemt somber. Er is in drie jaar tijd nauwelijks iets veranderd.

Het ontbreekt griffies overal aan tijd én aan mensen. Iets meer dan de helft heeft dan ook geen communicatieplan. Er is te weinig tijd voor strategie, de meeste tijd gaat in de uitvoering zitten. Geld om werk uit te besteden is er ook nauwelijks. Het gros van de griffiers moet het doen met minder dan €5.000.

Het blijft kortom akelig stil vanuit de raadsgriffies. Terwijl juist dáár de kans ligt om op een objectieve manier de verbinding te leggen tussen de gemeente en de gemeenteraad. De kans om de vertegenwoordigers van de stad te koppelen aan de inwoners. De kans om vier jaar lang de democratie te bevorderen, in plaats van één keer in de vier jaar zes weken als er verkiezingen voor de deur staan. Zodat het voor inwoners duidelijker wordt waar de partijen voor staan. Zodat raadsleden zichtbaarder worden als vertegenwoordigers van de samenleving. De kans ook om te bedenken hoe je elke inwoner kunt betrekken op de momenten dat dat voor hem of haar nodig is. Dat die inwoners dan begrijpen wat de rol van de raad is en hoe de raad hem of haar kan helpen. En dat het ook democratisch is als ze uiteindelijk geen gelijk krijgen.

Kortom: zorg dat de griffies kunnen communiceren en daarmee de raad en democratie weer (z)invulling geven, zestien jaar na de invoering van het dualisme.


Resultaten van nieuw onderzoek naar de stand van zaken van raadscommunicatie

Om te peilen hoe het staat met de raadscommunicatie heb ik in april 2018 voor de vierde keer een onderzoek uitgezet onder alle raadsgriffies in Nederland. Waar in eerdere onderzoeken –de laatste in 2015– de nadruk lag op het gebruik van sociale media, heb ik nu gekeken naar communicatie in het algemeen. De uitvraag kreeg een respons van 44%, zodat ik de gegevens van 167 gemeenten met jullie kan delen..

De helft van de griffies werkt zonder communicatieplan

De griffies in Nederland geven zichzelf op een schaal van 1 t/m 5 een 3 als gevraagd wordt hoe actief ze zijn met hun communicatie. Tegelijk blijkt dat meer dan de helft (54%) geen communicatieplan heeft (2015: 56%) en 20% er nog aan werkt (2015: 20%). Daarnaast heeft de helft van de respondenten geen contentstrategie (2015: 51%). Een kwart heeft een strategie voor communicatie in brede zin (2015: 26%), 10% alleen voor sociale media.

Griffies communiceren vooral via e-mail, website en de krant

Op de vraag welke kanalen raadsgriffies inzetten om bewoners te bereiken, blijkt dat de meeste gemeenten een algemeen e-mailadres inzetten (89%), een website hebben (87%) en een krantenpagina (86%). Een eigen huisstijl zou onderdeel kunnen uitmaken van een strategie om de gemeenteraad te profileren. Van de respondenten geeft 51% aan geen huisstijl te hebben voor de raad en daar ook geen behoefte aan te hebben. Een klein aantal (8%) heeft nog geen huisstijl, maar wil die wel gaan ontwikkelen. Social media worden niet veel ingezet – en zijn niet erg succesvol

Sociale media wordt veel minder ingezet. Twitter nog het meest (50%), met Facebook op een tweede plek (36%). Beide kanalen worden vooral wekelijks gebruikt. Een aantal respondenten geeft in de categorie ‘anders’ aan, dat ze geen apart account hebben voor de gemeenteraad, maar gebruik maken van de gemeentelijke corporate accounts op social media. Het gemiddelde bereik op Facebook en Twitter is daarbij erg laag. De gemeenten die van deze kanalen gebruik maken worden op Twitter door gemiddeld 1,6% van de inwoners gevolgd en op Facebook zelfs door een marginale 0,8%. Instagram (8%) en Youtube (7%) worden nog weinig ingezet door raadsgriffies in Nederland.

Kijken we naar andere instrumenten, dan zien we dat veel respondenten scholen ontvangen in het gemeentehuis. Iets meer dan de helft (56%) geeft aan daar zelf de bezoeken te begeleiden en 38% dat Prodemos dat voor hen doet. 40% van de respondenten heeft (een vorm van) een ‘gast van de raad’ programma. Tenslotte geeft 26% van de respondenten aan dat ze een informatiefolder hebben laten maken over de gemeenteraad en 20% heeft een informatiefilmpje.

Belangrijkste drempel: te weinig capaciteit

Capaciteit blijft een probleem voor raadsgriffies. Van de respondenten geeft 65% dit ook aan als belangrijkste drempel (2015: 60%). Van de respondenten heeft 35% geen capaciteit voor communicatie (2015: 34%). 57% heeft iemand voor minder dan 1 FTE in dienst bij de griffie (32%) of ingehuurd via de ambtelijke organisatie (25%). In 2015 was dit 55%.

In de praktijk hebben de meeste van deze mensen rond de 16 uur of minder beschikbaar voor hun werk als communicatieadviseur. Een citaat van een van de respondenten:

“Als raadsadviseur heb ik 0,2 FTE tijd voor communicatiestrategie, maar veel werk is uitvoerend. We hebben geen uitvoerende mensen op communicatie (om bijvoorbeeld content te maken), dat is een gemis.”

Overige drempels die genoemd worden om te communiceren zijn te weinig kennis van communicatie (19%, 2015: 19%) en ‘te weinig te melden’ (18%, 2015: 23%). Het dualisme is bij 12% van de respondenten daarnaast nog niet helemaal doorgedrongen: zij geven aan dat ze alleen via centrale accounts van de gemeente mogen (of willen) communiceren of door de afdeling communicatie worden tegengehouden om actief te zijn. Dat de rolverdeling soms nog lastig is, blijkt ook uit het volgende citaat:

“Het is nog een beetje wennen voor de organisatie en dan met name voor de afdeling communicatie dat de raad (griffie) een eigen communicatie aan het inrichten is. Wordt nog veelvuldig over de schouder meegekeken. Bij het uitgeven van een verkiezingskrant wordt het door de afdeling communicatie zelfs als lastig ervaren (en uitgesproken) dat de griffie hierin een rol opeist.”

Tot slot: weinig ondersteuning

De eerste vraag is welke raadsgriffies in hun communicatie worden ondersteund door een werkgroep communicatie met raadsleden. Hierop geeft 63% aan geen werkgroep te hebben, terwijl 17% van deze respondenten dat wel zou willen. 14% heeft een vaste werkgroep of een groep raadsleden waar soms advies aan wordt gevraagd.

De communicatieadviseurs die er zijn, hebben niet heel veel budget tot hun beschikking. Van de respondenten geeft 68% aan dat ze € 5.000,- of minder te besteden hebben voor hun communicatie. 23% heeft tussen de € 5.000,- en € 20.000,- te besteden. De overige 9% heeft meer dan € 20.000,- te besteden, waarbij er twee gemeenten zijn die zelfs meer dan € 50.000 te besteden hebben.

De rol van een werkgroep en budget worden mooi beschreven in het volgende citaat dat door een van de respondenten werd meegegeven:

“Tot 2014 was er een levendige werkgroep communicatie met raadsleden. Alleen de effectiviteit van die werkgroep was door de zeer beperkte personele ondersteuning vanuit de griffie en de zeer beperkte financiële middelen beperkt. Teveel vrije ideeën die niet uitgevoerd konden worden.”

Tot slot werd gevraagd of raadsgriffies al gebruik maken van een online mediamonitoring tool, waarmee de online buitenwereld in beeld gebracht kan worden. Van de respondenten geeft 13% aan de tools te kennen. Van hen gebruikt 90% OBI4wan als tool. Van de respondenten geeft 61% aan de tools niet te kennen (of dat niet te weten) en 26% niet zelf over de tool te beschikken, maar de afdeling communicatie wel. Ten opzichte van het onderzoek in 2015 zijn deze cijfers ongeveer gelijk gebleven.

De foto bij dit artikel is een bewerking van een foto het stadhuis van Gouda van Bert Knot CC BY-SA 2.0