Hoe je de gemeenteraad aan de man brengt: ‘Maak er een soort Voetbal Inside over’
Dit interview met mij over de communicatie van de gemeenteraad van Almere verscheen op 3 april 2019 op de website van Adformatie. Tekst: Jasper Mulder.
David Kok boog zich een kleine zes jaar over de communicatie van de gemeenteraad van Almere. Hij had ruimte te experimenteren, maar liep tegelijkertijd tegen de grenzen van raadscommunicatie aan. Nu zijn job erop zit – hij stapte over naar het UWV – legde hij zijn testament vast in een boek. Een interview.
Toen David Kok in 2013 als communicatieadviseur voor de gemeenteraad van Almere werd benoemd, luidde de opdracht: met sociale media de raad over het voetlicht brengen en nieuwe kanalen aanboren. Kok: ‘Daarvan heb ik heb direct gezegd: dat werkt niet, je kunt sociale media niet los zien van andere middelen. We hebben in Almere nog steeds een goed gelezen krantenpagina. Waarom zou je die wegdoen terwijl het bereik van Facebook nog steeds beperkt is?’
Een brede opdracht werd het dus, waarbij Kok zich voor een belangrijk deel richtte op het communiceren van wat de gemeenteraad precies doet. Dat heeft met rollen te maken, aldus Kok. In 2002 is het dualisme ingevoerd, waarbij de raad en het ambtelijk apparaat twee verschillende, onafhankelijk opererende groepen werden; de raad vertegenwoordigt het volk, stelt kaders en controleert het bestuur en ambtelijk apparaat, B&W voert uit.
Kok: ‘We hebben dat verschil in verantwoordelijkheden in Nederland nooit goed gecommuniceerd. Als een inwoner er bij een wethouder niet doorheen komt, is er een raad waar hij terecht kan, dat zijn vertegenwoordigers. Zij wegen de verschillende belangen af. Dat moet veel beter naar buiten worden gebracht.’
JM: Zijn mensen wel te interesseren voor de gemeenteraad? Die kan zich niet onderscheiden zoals politieke partijen en heeft daardoor minder communicatiekracht.
DK: ‘Dat ben ik niet met je eens. Je ziet juist dat steeds minder mensen zijn gelieerd aan politieke partijen, terwijl ze wel interesse hebben voor de lokale politiek. Probleem hierachter is, en dat zien we ook in Almere, dat veel politieke partijen nog redelijk ouderwets communiceren en ook niet zoveel naar buiten treden. In verkiezingstijd zoeken ze de kiezers op, maar daarna wordt het weer rustig. Uit onderzoek onder inwoners zien we dat mensen het daarom interessanter vinden om eerst te kijken wat een gemeenteraad doet. Vervolgens kunnen ze zich verdiepen in een raadslid of partij. De gemeenteraad kan de verschillen laten zien en de burger helpen in zijn keuze.’
JM: Wat trof je aan toe je aan je opdracht begon?
DK: ‘Er was wel wat onlinecommunicatie, maar dat stond allemaal nog in kinderschoenen. We hadden een website, Twitter werd gebruikt. Daar zijn we aan gaan werken. Twitter gaat nu goed, Facebook zou beter kunnen vind ik. Een kleine 1700 likes op een bevolking van 200 duizend mensen, daar mogen we nog wat ambitie tonen. De website zijn we gaan vernieuwen op basis van de data van Google Analytics. Kijken waar mensen op zitten te wachten.’
JM: Waar zitten ze op te wachten?
DK: ‘Informatie over raadsleden. We kwam erachter dat maar liefst 90 procent van de bezoekers komt voor de informatie over lokale politici, zonder dat we daar in de site rekening mee hielden. We hebben dat naar boven gehaald. Daarnaast hebben mensen vooral belangstelling voor onderwerpen die dicht bij ze staan.’
JM: Zoals?
DK: ‘Eind 2018 hebben we een onderzoek uitgezet bij ons raadspanel en in sociale media namens de PvdA. Dat gaat over standplaatsen, een nogal saai onderwerp zou je zeggen. Niets is minder waar. Het gaat over waar kramen komen te staan, of er een viskraam of bloemenstal bij je om de hoek komt en voor hoeveel dagen per week. Dat is iets wat dicht bij de mensen komt.’
JM: Loopt Almere voor op andere gemeenten met zijn ondersteuning van raadscommunicatie?
DK: ‘Landelijk gezien is er weinig capaciteit voor communicatie van de gemeenteraad. In de kleinere en ook de middelgrote steden is er geen of weinig ondersteuning. Bij wat grotere gemeenten zie je wel communicatieadviseurs voor de raad werken, maar meestal is dat niet meer dan zo’n 16 uur per week. Nou, als je bij een raadsvergadering gaat zitten ben je de helft van die uren al kwijt.’
JM: Het is niet zo dat er weinig voorlichtingscapaciteit bij gemeenten is. Zou er niet wat meer van dat budget naar de raad moeten gaan?
DK: ‘Dat zijn heel wijze woorden haha, maar inderdaad, dat zou de kwaliteit wel verhogen. Wij hebben in Almere de luxe dat we kunnen experimenteren. We hebben motiemarkten georganiseerd, en gekeken wat we met Snapchat kunnen doen. Ik krijg van veel collega’s bij andere gemeenten terug dat ze daar geen geld en geen tijd voor hebben. Ik vind bovendien dat een communicatieadviseur die werkt voor het college van B&W niet ook de gemeenteraad kan bedienen. Er kunnen tegengestelde belangen zijn, daar moet je rekening mee houden.’
JM: Je hebt binnen de gemeenteraad ook te maken met verschillende politieke partijen en opvattingen. Hoe ga je daarmee om?
DK: ‘Dat is een grijs gebied. Mijn opdracht is het om zo objectief mogelijk te communiceren. Ik laat dingen zien, maar heb er geen oordeel over. De laatste tijd hebben we filmpjes gemaakt, waarin we raadsleden vragen wat er besproken is en wat hun standpunt is. Dat is in wezen niet objectief, want je laat een selectie zien. De kunst is het om over de tijd heen te zorgen dat iedereen aan bod komt en ruimte krijgt.’
JM: Je ziet steeds vaker dat journalisten worden ingehuurd om over de gemeenteraad te berichten. Is dat een goede ontwikkeling?
DK: ‘Voor de zichtbaarheid kan dat kan best handig zijn, als er geen journalisten van lokale media de vergaderingen volgen. Wij hebben altijd wel een paar verslaggevers bij de raadsvergaderingen, dus dat speelt hier niet zozeer. Maar goed, wij hebben ook lang een journalist ingehuurd voor het maken van artikelen voor de raadspagina, zo’n twaalf jaar. Dat ging prima, maar het probleem was dat hij ook werkte voor de Floriade die hier in 2022 wordt gehouden. Dat werd toch wat lastig voor hem. Schreef hij positief over de Floriade dan kreeg hij de tegenstanders over zich heen, schreef hij negatief dan kreeg hij te maken met de voorstanders. Nu is er gekozen voor een onafhankelijke contentmaker die Almere erg goed kent. Die werkt 5 uur per week voor de raad.’
JM: De gemeentepolitiek kan wel wat meer René van der Gijp gebruiken, is een van je stellingen. Wat bedoel je daarmee?
DK: ‘Ik vergelijk de gemeentepolitiek met de voetbalindustrie. Het gaat in beide gevallen om miljoenen en om grote en vaak verschillende belangen. In het voetbal heb je serieuze journalistiek met analyses, nieuws en duiding. Maar je hebt ook Veronica Inside met René van der Gijp, waar ook veel gelachen wordt. Mensen houden daarvan, het wordt enorm goed bekeken en gewaardeerd. In de gemeentepolitiek zie je dat niet. Ik vind dat we onszelf vaak veel te serieus nemen. Natuurlijk, het zijn serieuze onderwerpen, maar waarom zorgen we er niet voor dat er ook een soort Veronica Inside over de lokale politiek in Almere komt? Dat brengt gemeentepolitiek veel dichter bij de mensen.’
JM: Waarom hebben jullie dat zelf niet geregeld, met een subsidie voor lokale media?
DK: ‘Nee, het ligt gevoelig om als politieke orgaan mediaprogramma’s te subsidiëren. Er wordt al langer gedacht over een lokale mediasubsidie, maar het Commissariaat voor de Media eist nog steeds dat je radio en tv moet maken, een studio moet hebben en dat soort zaken. Dat is niet meer van deze tijd, waarin je met je smartphone hoogwaardige radio kunt maken en kunt filmen. Ik zou liever kiezen voor goedkope en laagdrempelige manieren om politiek nieuws over het voetlicht te brengen. We hebben daarover gesprekken gevoerd met de bibliotheek, omroep Flevoland, Almere deze Week, die allemaal enorm enthousiast zijn. Helaas staat ouderwetse regelgeving dit in de weg.’
JM: Je hebt in Almere de afgelopen jaren kunnen experimenteren. Op welk experiment ben je trots, en wat is jammerlijk mislukt?
DK: ‘Het experiment met Snapchat is eigenlijk het meest mislukt. Het leek ons heel laagdrempelig, maar de studenten die ik een paar filmpjes liet zien, vonden ze botweg heel saai. De boodschap kwam gewoon niet over. Het meest trots ben ik op ons scholenprogramma. Daarmee hebben we scholen uitgenodigd in de raadzaal langs te komen en kennis te maken met lokale politiek. Zo hebben we vorig jaar een escaperoom georganiseerd, waar scholieren super enthousiast over waren.’
Communicatielessen uit de keuken van David Kok
- Inzetten op sociale media betekent niet dat andere middelen de deur uit moeten. Wat goed werkt, werkt goed; in Almere de krantenpagina.
- Lokale politiek gaat over onderwerpen dicht bij de mensen. Dat is een kracht. Gebruik dat in communicatie.
- Onderzoek behoeften van mensen en pas aanbieden van informatie daarop aan. Komen mensen vooral voor raadsleden op de site, zet die dan bovenaan.
- Wie communicatie over de gemeenteraad in een duaal stelsel belangrijk vindt moet het belangrijk maken. Zorg dat de raad een behoorlijk budget heeft.
- Laat de communicatie niet aan politieke partijen over. Die melden zich vooral rond verkiezingstijd. In de vier jaar daar tussenin interesseren en verdiepen mensen zich vooral via de gemeenteraad in politiek.
- Maak het ook leuk. Het gaat over serieuze onderwerpen, maar deze soms met de nodige humor behandelen is goed. De concurrentie om aandacht is enorm, iets om te lachen helpt.
Nudging de gemeenteraad
David Kok legde zijn ervaringen met communicatie van de gemeenteraad vast in het boek ‘Nudging de gemeenteraad, geen raad zonder raadscommunicatie’. Op basis van die ervaringen beschrijft hij hoe het anders kan en hoe je met kleine veranderingen een gewenste gedragsverandering kunt realiseren: het meer betrekken van inwoners bij de gemeenteraad. Een visie die, zo hoopt Kok, een discussie op gang gaat brengen. Zijn ultieme doel is te werken aan een politiek landschap waarin er geen raad meer is zonder raadscommunicatie.
Nudging de gemeenteraad, David Kok. Paperback, 116 pagina’s, 2018. ISBN-13 9789402184730, ISBN-10 9402184732 . Klik hier voor meer informatie.